Discours du maire pour le nouvel an Roel Wever

Vous pouvez voir une impression de cette soirée via notre chaîne YouTube . Le discours du maire pour le nouvel an Roel Wever :

Bienvenue les gens, bienvenue à tous !

Permettez-moi de commencer par un mot particulier de bienvenue à Son Altesse le Prince Youri Ier et à son entourage. Samedi dernier, Youri a été proclamé notre nouveau prince de la ville, notre prince d'anniversaire, car l'association carnavalesque Winkbülle fête une année d'anniversaire ; 7 fois 11.
Faisons tous une grande fête, et c'est génial de vous revoir ici.

Je commencerai mon discours du Nouvel An par un rapide retour sur le réveillon du Nouvel An, car les gens pensent toujours "il se passe beaucoup de choses aux Pays-Bas", et c'est vrai. di. Mais j'en parlais justement avec mon collègue maire de Maastricht. Heureusement qu'il est là. Je pense que c'est vraiment génial, Wim, merci !
Relativement parlant, ce n'est pas trop mal ici par rapport au reste des Pays-Bas. Mais malheureusement, je dois immédiatement ajouter une énorme virgule, car cinq voitures ont pris feu le soir du Nouvel An, plusieurs incendies de maisons, des violences, des violences domestiques. Apparemment, tout cela en fait partie, mais ce n'est pas amusant du tout. Ce que l'on voit le plus souvent - même avant le Nouvel An - c'est une sorte de jeu du chat et de la souris avec nos jeunes. Des jeunes que nous attrapons régulièrement en train de causer des nuisances, dans les lieux bien connus de Heerlen. Nous savons tous de quels endroits il s'agit ; la Beersdalplein, la Corneliusplein, etc. Cela se produit également dans d'autres endroits et aux Pays-Bas, vous pouvez proposer des interdictions de feux d'artifice, d'alcool, etc., mais trouvons des commandements. Recommençons à éduquer nos enfants. Cela me semble être une très bonne étape.

Mais quelle année spéciale ce fut, et j’attends cette année avec impatience. Car qu’est-ce qui nous attend ? Et comme c'est agréable de vivre à Heerlen, car on ne s'ennuie jamais ici. Il y a toujours quelque chose à faire ici. Parfois c'est amusant, parfois c'est moins amusant, mais pour moi, c'est une ville fantastique pour laquelle travailler.
Être maire est un travail merveilleux et oui, les gens peuvent aussi dire : « Mon Dieu, vous avez beaucoup de problèmes en tête ! »  

Non, c'est juste très amusant, les amis. C'est une ville fantastique et si vous ne voulez pas travailler pour cette ville ou pour vous – ses habitants – alors vous devriez arrêter immédiatement. Parce que c’est formidable de pouvoir contribuer chaque jour à faire avancer cette ville. Avec tous mes collègues, bien sûr. Et oui, parfois c'est moins amusant.
C'est un métier où le bien et le mal alternent. Parfois, vous avez ces moments d'obscurité totale où vous vous demandez : « Est-ce vraiment vrai ? et « Comment devez-vous gérer cela en tant que maire et en tant que personne » ? Et puis j'évoque deux moments du printemps qui m'ont fait penser : « Oui, je ne sais pas non plus ». L'attaque au couteau à Mondriaan, dont une personne qui effectuait simplement son travail a été victime sur son lieu de travail. C'est intéressant et triste. Dans un tel moment, vous ne pouvez pas vous empêcher de penser un instant : « Comme c'est terrible », puis de vous ressaisir et de mettre vos épaules au volant avec vos collègues. Je ne peux qu'espérer que la famille, les amis et les collègues pourront retrouver un peu de lumière et de joie dans leur vie cette année, car ce sont des moments extrêmement difficiles. 

Een ander moeilijk moment voor de stad en de regio had te maken met de uitslag van de regietafel. Overigens, geweldig dat jullie er zijn vanuit het ziekenhuis. We kunnen wel mopperen met z’n allen en we mogen zeker ook van mening verschillen, maar dat je dan toch komt naar deze nieuwjaarsbijeenkomst, vind ik een compliment waard. Neemt niet weg dat we allesbehalve blij waren met de uitslag van die regietafel en dat we eigenlijk, ja eigenlijk, wel perplex stonden. Alle inhoudelijke gronden wezen op Heerlen en Parkstad en dan wordt er toch gekozen voor een SEH, IC en geboortecentrum in Geleen. En dan –en dat is dan ook wel weer het bijzondere aan deze situatie– gebeurt er wel iets bijzonders in deze stad en regio: dan zie je opeens wat een eenheid we met z’n allen zijn, wat een kracht we met z’n allen hebben en wat er ook aan goedheid gebeurt. We gaan dan echt aan de slag met elkaar en daar bereiken we veel mee. En ja, niet tot onze volle tevredenheid, maar ik hoor ook een minister de deur op een kier zetten. Als we erin slagen om voldoende personeel te krijgen, en ik weet dat dat allemaal hartstikke lastig en ingewikkeld is, maar die deur staat op een kier. En volgens mij zijn wij zo'n stad die, als een deur op een kier staat, even langslopen om die deur met een keiharde trap open te schoppen. En dat verwacht ik ook van ons Heerlenaren!

Ik weet niet hoe jullie er tegenaan kijken maar opeens, opeens was daar Flaccus. Flaccus, mensen! Het is een geschenk uit de hemel, een Godsgeschenk. Precies in het jaar, voorafgaand aan het Jaar van het Erfgoed, precies in het jaar dat we het besluit hebben genomen om het Thermenmuseum om te turnen tot Het Romeins museum –het eerste Romeins museum in Nederland– komt de Romeinse soldaat Flaccus tot ons. Ik zag vanuit mijn raam hoe de archeologen met liefde op het Raadhuisplein aan het graven waren naar bodemschatten en dan ga je een beetje mijmeren. Flaccus en zijn maten kwamen 2000 jaar geleden uit Italië naar ons toe en ze gingen gebieden veroveren. Ze veroverden alle gebieden tot aan de grote rivieren. Die grote rivieren waren kennelijk een grens. Ik heb dat als Hollander overigens niet zo beleefd. Ik ben van boven de rivieren hiernaartoe gekomen en ik heb nooit iets als van een barrière gevoeld. Maar op een of andere manier vormden de rivieren destijds wel een barrière. Boven de rivieren had je moerassen, je had riet en eventueel af en toe een terpje waar een Batavier op zat. En wat deden de Romeinen? Dat waren slimme jongens, zij dachten van ‘We gaan die rivieren niet over, wat heb je te zoeken in dat moeras?’. ‘Wij blijven op de idyllische plekken, wij blijven in Zuid-Limburg.’ Maar als je daar goed over nadenkt, de Romeinen gingen niet boven de rivieren, maar nu is het kennelijk moeilijk om van boven de rivieren naar onder te komen. 

Ik voel af en toe een gekke afstandelijkheid vanuit het Haagse, waarvan je denkt ‘Jongens, hebben jullie wel door dat wij hier ook nog leven en dat hier hele mooi dingen, hele bijzondere dingen gebeuren?’. Jullie kunnen wel in een mooi rapport schrijven dat elke regio telt, maar hoe kan het dan dat als je de internationalisering vanuit het onderwijs wil aanpakken, dat je niet inziet dat we hier een Universiteit Maastricht en een Zuyd Hogeschool hebben. Dat we hier grenzen aan veel buitenlandse steden, misschien zelfs meer dan aan Nederlandse steden. Dat onze arbeidsmarkt juist afhankelijk is van die Euregio. Hoe kan het dan dat je als Den Haag geen uitzondering wil maken? Hoe kan het dat ik nu al 1,5 jaar de deur plat loop in Den Haag om te praten over politiesterkte? Dat ik in elk lijstje op het gebied van criminaliteit dat ik zie, niet onderdoe voor de G4, en toch verminder je als Den Haag hier de politiesterkte. Terwijl er een toenemende last van sociale problematiek optreedt. In 60 tot 65% van de keren dat de politie uitrukt, betreft het sociale problematiek; verwarde mensen, problemen in de huiselijke sfeer en ga zo maar door. En toch krijg ik geen gehoor in Den Haag wanneer ik vraag om meer politiekracht. Vreemd. 

Hoe kan het dat wij hier in Limburg het afgelopen jaar 80 jaar bevrijding vierden en dat we nauwelijks een maand later een oekaze krijgen vanuit Den Haag? ‘We gaan weer grenscontroles invoeren.’ Snapt u hem? Ik niet. 
Hoe kan het dat we in Nederland een spreidingswet aannemen? Een spreidingswet die blijkens alle cijfers begint te functioneren en dat we dan zeggen: ‘Laten we eens nadenken over noodwetten en andere wetten en mensen als tweederangsburgers gaan benaderen.’ Hoe kan dat? Hoe kan het dat de treinen steeds minder vaak rijden en het openbaar vervoer het steeds slechter doet? Hoe kan het dat die verbinding met Duitsland nog steeds niet goed is geregeld? 

Ik stop met klagen, ik stop met zeuren. Dat past niet bij Heerlen, dat past niet bij mij! 
We moeten aan de slag mensen. We moeten onze mouwen opstropen. Dat is wat we gaan doen, dat is het jaar 2025. We gaan samen met de mensen in Den Haag en met heel veel andere mensen, coalities vormen. We gaan wat mij betreft een eind maken aan die kortdurende sectorale subsidies uit Den Haag en de Randstedelijke afstandelijkheid die daaruit blijkt. Zo, dat heb ik er ook maar weer even uitgegooid. 

Wat we moeten doen, is de koppen bij elkaar steken. We moeten komen tot een totaalplan. En als ik zeg ‘de koppen bij mekaar steken’ dan heb ik het niet alleen over de gemeente Heerlen en de parkstadgemeenten, maar dan heb ik het ook over het bedrijfsleven. Over Medlands bijvoorbeeld, waar een capaciteit en een potentie in zit die enorm is. Dan heb ik het over de onderwijsinstellingen; Open Universiteit, Zuyd Hogeschool, VISTA College. Koppen bij mekaar, ja, dan gaat het ook over onze Brightlands Smart Services Campus én over het bij elkaar zetten van Zuyderland en CZ en met mekaar komen tot een totaalplan waarmee we deze regio écht laten tellen. Want hoe kan het nou dat er voor Rotterdam-Zuid en voor Groningen heel veel geld wordt uitgetrokken en, neem me niet kwalijk, helemaal terecht. Ik begrijp dat volkomen. Maar in dat rijtje horen wij als stad toch ook thuis? Waarom staan wij daar niet in? Hoe kan het dat als er problemen zijn in de regio Eindhoven het kabinet zegt van ‘Wij trekken die geldzak en we tikken even flink bij’? Ook hier weer helemaal terecht in mijn optiek. Dat je als overheid investeert in de economie van Nederland is helemaal terecht, maar in dat rijtje hoort Heerlen ook thuis. 

Il y a ici une économie en plein essor qui est fantastique. Assurez-vous maintenant que ce plan global est mis en place. Que vous réfléchirez avec nous à la manière dont vous allez améliorer cette région et faire en sorte que toutes les régions comptent réellement. Je pense que c'est très important et je ne dis pas cela d'un point de vue pathétique ou désavantagé. À mon avis, beaucoup de choses vont bien dans notre ville et nous faisons vraiment de grands progrès. Seulement, il faut vouloir aller plus loin, il faut vouloir faire encore plus de pas.

Si vous regardez le côté positif : nous avons mis Heerlen-Noord sur la carte. En collaboration avec Ron Meyer, directeur du programme national Heerlen-Noord, nous avons créé une histoire fantastique dans laquelle une coalition travaille ensemble comme on voudrait qu'elle travaille ensemble ; ensemble, ensemble, pour essayer d'améliorer les choses pour les résidents. Et cela mène au succès, cela mène à l’argent de La Haye, cela mène à des visites d’en haut des rivières. Nous avons eu la visite du Roi, du Ministre Keijzer et cette année, nous accueillerons bien sûr également l'Amiral.

Jetez un œil à notre centre. Pour ceux qui vivent ici depuis longtemps : vous ne pouvez nier que notre centre s’améliore. Si vous regardez la Promenade II, que nous avons inaugurée il y a trois semaines, c'est vraiment un petit bijou. Surtout si le soleil brillait et que les arbres commençaient à pousser. Ce n'est pas le meilleur temps pour se promener sur la Promenade en ce moment, mais attendez l'été. Et croyez-moi : ce conseil, ce conseil municipal, a des projets concrets pour rendre le reste de la Promenade tout aussi beau, pour développer davantage et mieux ce centre. Le Musée Romain sera construit, le Royal rénové sera construit. Bref : on s'en sort bien au centre. 

Nous réussissons également bien dans la construction de logements, si vous voyez l’argent que nous y avons collecté. Alors ne nous contentons pas de nous plaindre de La Haye. Nous réussissons de plus en plus à amener de l'argent de La Haye vers la ville, la région et le sud du Limbourg dans son ensemble. Et cela est nécessaire, car ce lotissement vise en partie à résoudre la pénurie de logements dans le reste des Pays-Bas. Mais avant tout pour donner une meilleure apparence à notre ville et à notre région. Veillons à réaliser de meilleurs logements dans les quartiers les plus faibles, à mieux nous mélanger et à ce que nous, en tant que Limbourg du Sud, assumons tous nos responsabilités dans le domaine du logement social. Ici aussi, nous ne pouvons pas y parvenir seuls. Nous avons peut-être récolté beaucoup d’argent, mais il faut aussi être capable de le déposer. Il faut être capable de l'exécuter. Nous devrons procéder à un « contournement » de notre organisation pour mettre en place une organisation ciblée qui travaillera sur la construction de logements. Et je l'ai déjà dit : « peut-être devrions-nous envisager de mettre en place une sorte de construction A2, à la Maastricht – comme ils l'ont fait à l'époque avec l'A2 – avec les milieux d'affaires, les associations de logement, etc., pour faciliter ce développement de logements. . réellement réalisable. 

Dans tous ces plans nous n'oublions pas le centre de Hoensbroek. Nous sommes occupés à travailler là-dessus. Dans deux semaines, nous serons de retour au centre de Hoensbroek pour traduire les premières réactions des résidents en « qu'est-ce que cela signifie pour le centre ? Le premier argent a été débloqué à cet effet. Quand on voit ce que cela fait dans la société, on voit peu à peu apparaître de plus en plus de parcelles de fierté. Je vois et je parle de plus en plus d'habitants qui disent : "Je vois que les choses avancent, je sens qu'il se passe quelque chose". Et bien sûr, tout le monde ne ressent pas cela. Il y a des gens qui essaient de garder la tête hors de l'eau jour après jour, des gens qui doivent vérifier chaque jour s'il y a assez de nourriture dans la maison pour les enfants. Ensuite, vous êtes occupé avec des choses complètement différentes, je le comprends. Ce n’est pas sans raison que nous travaillons dur pour améliorer cela. Mais comme je l’ai dit, je vois aussi beaucoup de fierté. 

Par exemple, quand je regarde l'événement de Noël au château de Hoensbroek, combien de personnes s'y promènent et combien de fierté et de joie il y a. Un autre exemple est la crèche du Passart, qui Échevin Marco Peters et j'ai été autorisé à ouvrir. Les habitants qui ont vraiment vécu des moments difficiles se sont dit : « On construit une crèche, mais pas qu'une, on construit vraiment quelque chose ». À ce moment-là, je pense « Wow ! ». Quand je regarde l’événement Winter Time Heerlen, il y a quelque chose dans cette ville. Quand je regarde les six écoles primaires de Heerlen-Noord, qui ont créé leur propre journal, dans le contexte de la langue, dans le contexte du développement, j'éprouve le même sentiment d'émerveillement. Et puis je sens que – même dans la salle du conseil – la fierté des gens grandit ! C'est incroyable, cette fierté grandit chaque jour. Même le Vaan de Gebrook est apparu dans la salle du conseil ; "Hoensbroek travaille toujours sur ce qu'est le vrai Vaan van Gebrook."

Très bien les gens, assez parlé des ambitions, assez parlé de la ville, assez parlé de ce que nous devons faire. J’espère sincèrement que nous parviendrons tous à former une telle coalition qui œuvrera à donner un coup de pouce à la ville et à la région. Les premiers signaux du ministère de l’Intérieur et des Relations du Royaume sont bons, j’espère donc que nous pourrons y parvenir. Mais lors d'une telle célébration du Nouvel An, il s'agit bien sûr de vous, des habitants de Heerlen. Il s'agit de pouvoir se regarder dans les yeux et se dire : « J'espère que ce sera une année saine, j'espère que ce sera une année amusante. Qu'il y a beaucoup de plaisir, d'amour et de bonheur. Et j'espère que, comme l'année dernière, je reverrai cela en marchant dans la rue, en visitant les associations et en entrant dans la saison du carnaval. 

L'automne dernier, lors de la conférence nationale pour la plateforme de travail de quartier et de travail axé sur le quartier, nous avons reçu environ 400 à 500 personnes du reste des Pays-Bas, qui après 2,5 jours ont déclaré fièrement : « Wow, il va se passer beaucoup de choses ici, qu'est-ce que tu fais beaucoup et c'est tellement amusant dans cette ville !'. 

Eh bien, c'est ce que je veux entendre en tant qu'habitant de Heerlen, c'est ce sur quoi je veux travailler, car en fin de compte, tout tourne autour de vous. Il s'agit de personnes. C'est la chose la plus importante pour moi, également en tant que maire. Je veux être occupé avec toi. Je veux que vous passiez tous un peu plus de temps en ville. Il n’y a rien de plus amusant que de travailler avec des gens. L’une des choses les plus agréables que je fais chaque année est le Festival du Diamant. C'est vraiment un moment fort. Le Festival du Diamant est une célébration pour les personnes mariées depuis 60, 65 ou 70 ans. Les « irréductibles » des relations conjugales, pour ainsi dire, de la première ligue matrimoniale. Ce sont des gens qui restent longtemps ensemble et qui font un excellent travail. Je peux être sur scène ce jour-là, je peux dire quelque chose et demander quelque chose. C'est sympa, on prend un verre ensemble et on danse. J'ai, avec deux échevins , a également dansé avec les dames là-bas. On parle bien sûr beaucoup lors d'une telle fête et vous voyez déjà l'idée, je discute ici depuis un moment : l'une des qualités essentielles d'un maire est de toujours savoir ouvrir la bouche. Qu'il s'agisse du roi ou du nouveau prince de Winkbülle, je dois pouvoir discuter. Mais parfois, vraiment, vraiment parfois, j'échoue, puis j'échoue très gravement, puis je reste sans voix. La dernière fois que cela s'est produit, c'était lors de ce merveilleux Festival du Diamant. Je suis allé voir une dame avec le micro et je lui ai demandé – j’ai pensé à une très belle question neutre : « Comment vous êtes-vous rencontrés ? Ce n'est pas une mauvaise question, je pensais di. La dame a regardé son mari et a dit : « Il m’a serré les seins parce qu’il pensait qu’ils étaient faux. » Vous l’avez déjà compris, c’est vraiment le meilleur travail de tous les Pays-Bas !

Mesdames et Messieurs, il ne me reste alors plus qu'à souhaiter à vous et aux vôtres, à vos proches, à votre famille, à vos amis, à vos connaissances, une année très heureuse, en très bonne santé, très réussie et très chaleureuse. Surtout, prenons soin les uns des autres et, je l'ai déjà dit à plusieurs reprises, soyons un peu gentils les uns envers les autres. Parce que si nous faisions tous cela, nous aurions beaucoup moins de « déchets » dans cette ville.

Les amis, bravo !